Het kopen van lokale producten is nu belangrijker dan ooit. Niet alleen het produceren van voedsel heeft een impact op het klimaat, maar ook het transporteren draagt eraan bij en is de laatste jaren lastiger en duurder geworden. Wanneer je producten uit de buurt koopt help je lokale organisaties én draag je bij aan de natuur en het milieu. Als je nog meer wil doen voor de natuur, kun je er zelfs voor kiezen om met de seizoenen mee te eten! Maar waarom is het eigenlijk beter om van het veld te eten?
Voor zowel Hollands Wild als voor groenten geldt: Waarom zou je het van ver halen, als je ook het uit eigen land of van dichtbij kan halen? Lokale producten zijn niet alleen lekker, maar ook super vers.
Door producten van Nederlandse bodem te kopen, steun je de lokale economie. Daarnaast is het minder belastend voor het klimaat, omdat er minder transportkilometers nodig zijn.
Toch is er ook nog verschil in duurzaamheid tussen voedsel uit een kas en voedsel van een akker. Bij de groenten die zijn geteeld in een kas, is de impact op het milieu veel groter. Voedsel van dichtbij halen betekent dus niet meteen dat het altijd beter is. Vooral in de lente of herfst, wanneer de kassen worden verwarmd, kan dit effect hebben op het klimaat. Vaak is het tijdens die seizoenen duurzamer om producten uit Frankrijk of Spanje te kopen, omdat daarin onverwarmde kassen wordt geteeld. De energie die dan nodig is voor het transport, is minder dan de energie die nodig is voor het verwarmen van de kassen.
Toch zitten er al verbeteringen in het duurzamer verwarmen van kassen. Sommige kastelers hebben al energiebesparende maatregelen genomen. Hierdoor gebruiken ze minder of geen eindige brandstoffen, maar gebruiken bijvoorbeeld aardwarmte. Dit komt bijvoorbeeld voor bij het telen van tomaten en komkommers.
Ieder seizoen heeft zijn lokale producten. Zo groeien Nederlandse aardbeien niet inde winter en zijn asperges vooral lekker tijdens de lente. Bij seizoenproducten draait het voornamelijk om lokale producten waarbij geen verwarmde kas of diepvrieskist nodig is geweest. Probeer in de supermarkt eens te kijken waar producten die je koopt vandaan komen. Hiervoor kun je, mocht je er niet uitkomen, vragen stellen aan de leverancier of supermarktmanager.
1. Probeer vooral van lokale producenten te kopen, zoals bijvoorbeeld boerderijwinkels. Tegenwoordig zijn er ook meer supermarkten die specialiteiten verkopen van lokale producenten.
2. Je kunt tegenwoordig niet alleen voor groente, fruit en zuivel bij lokale producenten krijgen. Ook wijn, bier, frisdrank en wild worden steeds makkelijker te verkrijgen.
3. Probeer vooral met de seizoenen mee te eten. Deze producten komen vaak uit Nederland of omliggende landen. De producten zijn in dat seizoen ook op z'n lekkerst!
4. Koop voornamelijk wat je nodig hebt. Hierdoor voorkom je voedselverspilling en is de teelt en het transport niet voor niks geweest.
5. Wil je graag groenten buiten het seizoen eten? Lokale producten uit pot of blik zijn een stuk duurzamer dan groenten die zijn ingevlogen. Ook kun je het blik of de pot weer recyclen of hergebruiken.
6. Gebruik je een recept waarbij er producten van ver nodig zijn? Kijk bijvoorbeeld of je deze kan vervangen met voedsel wat dichterbij is geproduceerd of in het seizoen is.
7. Probeer je boodschappen met de fiets of openbaar vervoer te doen. Wanneer je met de auto naar een lokale boer gaat voor je groente, dan ben je nog niet volledig duurzaam.
Hollands Wild biedt lekker en natuurlijk vlees uit onze eigen Hollandse natuur. We vinden de balans van onze natuur belangrijk en willen de “oogst” die de natuur ons geeft goed benutten. Onze producten zijn gemaakt van wild dat in Nederland gevangen is om de lokale natuur in balans te houden. Het vlees van deze dieren wordt nu nog vaak verspild en dat is zonde. Met Hollands Wild kun je genieten van lekkere, duurzame producten uit de vrije Nederlandse natuur en tegelijkertijd bijdragen aan een betere wereld.
Bron: Natuurenmilieu.nl